Een paar jaar geleden heb ik deelgenomen aan een Bijbelstudieklas over het boek Ruth bij een lokale synagoge. Ik was geïnteresseerd om meer te leren over de Schrift vanuit een Joods perspectief. Eén aspect van de studieklas dat me fascineerde was dat de rabbijn die de klas leidde de aandacht van de klas richtte op kleine details van de tekst die nooit bij mijzelf zouden zijn opgekomen om op te concentreren. Bijvoorbeeld, hoe belangrijk was het dat Elimelek en zijn familie ervoor kozen Bethlehem te verlaten tijdens haar tijd van beproeving (Ruth 1, 1-2)? Waarom nam Naomi het kind dat Ruth baarde mee en beweerde zij, het heeft althans alle schijn, dat het haar eigen kind was (Ruth 4, 13-17)?
Sindsdien heb ik geconstateerd dat er soms kleine details van de Schrift uitspringen, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament, en wil ik over hun betekenis nadenken.
De Ramp bij Siloam
Afgelopen zaterdag viel een detail op uit de evangelielezing van die dag. Jezus spreekt over “die achttien die gedood werden, doordat de toren bij de Siloam op hen viel” (Lucas 13, 4). Waarom vermeldde Jezus expliciet dat het er achttien waren die stierven?
Er was toen geen Google, geen 24/7 nieuws, zelfs geen krant of een stadsomroeper. Tegen de tijd dat kennisgevingen/bekendmakingen door mond-tot-mondreclame zich verspreiden over Palestina, valt het te betwijfelen dat iemand precies kan weten hoeveel er zijn gestorven. En zo’n exact aantal wordt niet genoemd door de mensen die Jezus vertellen over “de Galileeërs, wier bloed Pilatus met dat van hun offerdieren vermengd had” (Lucas 13, 1). Misschien was het aantal Galileeërs niet bekend bij hen die verslag kwamen doen; waarschijnlijk gaven ze niet om het precieze aantal.
Maar Jezus wist precies hoeveel mensen gestorven waren in de ramp bij Siloam. Het precieze aantal telt. En dat Jezus het exacte aantal wist deed de getuigen dusdanig opschrikken dat zij zich het precieze aantal herinnerden dat Jezus noemde en dat detail ook aan Lucas vertelden. Waarom? Was het slechts een teken van zijn goddelijkheid, of zou het meer betekenis kunnen hebben dan dat?
Hoewel God tragedies laat gebeuren toont de passage misschien aan dat degenen die er in omkomen door hem niet worden vergeten. Zelfs als hij niet hun aardse leven heeft behouden, herinnert hij hen.
(Nota bene: Terwijl ik hier dieper graaf voor deze blogpost, kwam ik er door notities in de New American Bible achter dat alleen Lucas de ramp in Siloam vermeldt, en dat de ramp nergens is vastgelegd in de oude literatuur, behalve in het Evangelie van Lucas. Had Lucas het incident niet opgenomen, dan zou de menselijke herinnering volledig verloren zijn gegaan voor de geschiedenis. Dat versterkt naar mijn mening het vermoeden dat dit een belangrijke passage is om te reageren op hen die worstelen met de natuur van het lijden en kwaad, en met Gods antwoord op menselijke tragedie.)
De verrijzenis van de drieduizend
In een andere studieklas waarbij ik mij verdiepte in de Joodse interpretatie van de Schrift, was het onderwerp: Sjavoeot, de Joodse feestdag waarop herdacht wordt dat God de Tora aan Israël gaf op de berg Sinaï. Omdat het incident zich vijftig dagen na het Pascha voordeed, is de feestdag ook wel bekend als Pinksteren. Christenen blijven tot op de dag van vandaag Pinksteren vieren, want het was op de Joodse feest van Pinksteren dat de Heilige Geest neerdaalde op de apostelen in de bovenzaal.
Je herinnert je misschien dat Mozes naar beneden kwam van de berg Sinaï in het kamp van de Israëlieten en dat hij geen mensen vond die wachtten op zijn terugkeer. Eerder hadden ze hem opgegeven én God, en ze hadden voor zichzelf een nieuwe god gemaakt, een gouden kalf. God was woedend en wilde ze allemaal uitroeien, maar Mozes bemiddelde voor hen. Niettemin was Mozes zelf woedend en vorderde een afstraffing van de mensen:
Toen Mozes zag dat het volk losgeslagen was (want Aaron had hen laten losslaan, tot schande voor hun vijanden), stond Mozes in de poort van het kamp, en zei: “Wie staat aan de kant van de Heer? Kom naar mij toe.” En al de zonen van Levi verzamelden zich om hem. En Hij zei tot hen: “Zo spreekt Jahwe, Israëls God: Iedereen moet zijn zwaard aangespen. Doorkruis het kamp van poort tot poort en sla iedereen neer, al is het je broer, je vriend of je bloedverwant.” De levieten deden wat Mozes hun bevolen had en zo kwamen er die dag ongeveer drieduizend mensen om. (Exodus 32, 25-28)
Ik moet bekennen dat tijdens dit punt in de les mijn gedachten ietwat afdwaalden, maar toen ik “drieduizend” hoorde zeggen, was ik er weer helemaal met mijn aandacht bij. Na de les, beaamde ik dit. Ook bij een ander Pinksteren was er een vermelding van drieduizend:
“Toen zij dit hoorden, waren zij diep getroffen en zeiden tot Petrus en de overige apostelen: “Wat moeten we doen, mannen broeders?” Petrus gaf hun ten antwoord: “Bekeert u en ieder van u late zich dopen in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden. Dan zult gij als gave de heilige Geest ontvangen. Want die belofte geldt u, uw kinderen en allen die verre zijn, zovelen de Heer onze God roepen zal.” Met nog vele andere woorden legde hij getuigenis af, en hij vermaande hen: “Redt u uit dit ontaarde geslacht.” Die zijn woord aannamen lieten zich dopen, zodat op die dag ongeveer drieduizend mensen zich aansloten. (Handelingen 2, 37-41)
Drieduizend werden gedood bij het eerste Pinksteren; bij het Nieuwe Pinksteren, dat na de definitieve Pascha, het Offer van Christus aan het kruis, plaatsvond, werden er niet alleen drieduizend hersteld, maar in de ware betekenis van het woord wederom tot leven gebracht (Romeinen 6, 4)
God is In het kleine
Dus, hoe train je jezelf deze details op te pakken? Misschien is de makkelijkste manier om tijdens de Heilige Mis mee te lezen met de lector. Focus jezelf niet alleen op de hoofdlijn in het verhaal, maar op de kleine dingen die de heilige auteur insluit. Stel jezelf vragen. Waarom zei Jezus wat hij zei juist op die manier? Waarom wordt juist dit detail vermeld? Als de homilie onderhoudend is, bewaar je vragen om er later over te denken, misschien tijdens je meditatie na de Communie. Als je merkt dat je je verveelt tijdens de preek, richt je dan op je vragen en denk daar dan over na.
Na enige oefening wordt je soms getroffen door gedachten over een Schriftpassage terwijl deze wordt voorgelezen. Tijdens een Goede Week Week was ik aan het luisteren naar het verraad van Christus en realiseerde me dat het door Judas vooraf afgesproken teken dat de identiteit van Christus zou aangeven door een kus van vriendschap, impliceerde dat hij niet slechts een verrader was, maar een lafaard (Matteüs 26, 47-50). (Waarom anders wees hij Christus niet gewoon aan, zeggende: “Dat is de man. Grijp hem!”)
Maar hoe je het ook doet, probeer er een gewoonte van te maken om de details van de Schriftpassages uit te zoeken. In het Evangelie van Johannes, wordt gezegd: Nog vele andere tekenen heeft Jezus gedaan in het bijzijn van zijn leerlingen, welke niet in dit boek zijn opgetekend, maar deze hier zijn opgetekend, opdat gij moogt geloven, dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt bezitten in zijn Naam. (Johannes 20, 30-31). En, zoals het Tweede Vaticaanse Concilie in Dei Verbum verklaarde:
Dat door het horen van de heilsboodschap de hele wereld moge geloven, door te geloven kan het hopen, en door te hopen kan het liefhebben.
Geschreven door Michelle Arnold, staf apologeet bij Catholic Answers.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Catholic Answers en is met toestemming vertaald en geplaatst.