Skip to content

Inleiding

Kardinaal Simonis heeft in 2003 een voorwoord geschreven bij het verschijnen van het speciale jubileumnummer van Eucharistie en Geestelijk Leven (jaargang 25, nr. 5). 

Dit artikel is een uitvloeisel van dit jubileumnummer en dient als blijk van liefde voor de eucharistische Heer. Moge vele nieuwe initiatieven van aanbidding er de vrucht van zijn!

Voorwoord Kardinaal Simonis

AANBIDDING IN NEDERLAND brengt gedetailleerd in kaart waar en wanneer gelovigen in Nederland hun Heer kunnen aan­bidden in het sacrament van zijn liefde. Door de gegevens van dit moment te vergelijken met die van een onderzoek uit 1984 treedt aan het licht dat er in de laatste twintig jaar een ver­driedubbeling heeft plaatsgevonden van het aantal plaatsen van eucharistische aanbidding.
Deze getallen hebben ook een binnenkant. Er is niet alleen sprake van herstel van een oude devotie. Eucharistische aanbidding wordt meer en meer gehanteerd als middel voor kerkopbouw, om het kerkgebouw een levend hart te geven, om de gemeen­schap van gelovigen terug te brengen naar het middelpunt van hun kerk-zijn en om gelovigen persoonlijk terug te leiden naar het middelpunt van hun wezen, waarin Christus zijn intrek neemt door het geloof (Ef 3, 17).

De crisis in onze Nederlandse kerkprovincie is in de zestiger jaren samengegaan met het verdwijnen van de eucharistische aanbidding uit de parochiekerken en de daarmee gepaard gaande verflauwing van het geloof in de persoonlijke tegenwoordig­heid van Christus in het heilig Sacrament. Met de Joden in de woestijn bij Massa en Meriba vroegen de Nederlandse katholie­ken zich af: “Is de Heer wel echt bij ons?” (Ex 17,7)

Paus Paulus VI schreef in 1965 een encycliek ‘Geheim van het geloof’ (Mysterium fidei). Aanleiding waren verwarrende ideeën over de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie. Deze ideeën hadden in de, van verwarring kolkende, katholieke geloofsgemeenschap volop ingang gevon­den, zozeer zelfs, dat het praatje ging dat deze encycliek alleen omwille van de Nederlandse katholieken geschreven zou zijn.

Met de terugkeer van de eucharistische aanbidding en het zich daardoor verdiepende geloof in Christus’ persoonlijke aanwe­zigheid in de eucharistie zal de kerk herrijzen. Want de kerk vernieuwt zich niet allereerst door sociale actie, herstructure­ring of beleidsverbetering, als wel door een vernieuwde Christus­ervaring en Godservaring.

Ik zie deze publicatie dan ook als een uitnemende bijdrage tot de vernieuwing van de kerk in Nederland. Van ganser harte bid ik Gods zegen af over priorij Nazaret in Tegelen waarbij ik mijn gelukwensen uitspreek met het zilveren jubileum van de Ge­meenschap voor Aanbidding, die rond deze priorij is opgebouwd, en van het daaruit voortkomende tijdschrift Eucharistie en Gees­telijk Leven. Nog vele jaren met de Heer in uw midden!

Utrecht, 18 maart 2003

Adrianus Kardinaal Simonis
Aartsbisschop van Utrecht

Toelichting

Eén pauze van aanbidding is méér waard en geestelijk méér vruchtbaar dan de meest drukke werkzaamheden, ook al zijn die apostolisch.

Dit overbekende woord van onze paus Johannes Paulus II mag ons binnenvoeren naar de binnenkant van de eucharistische aanbidding. Eucharistische aanbidding is zelf apostolisch.

Op de eerste plaats apostolisch voor de gelovigen in aanbidding. Gebed voor het allerheiligste Sacrament is genezend. De hele sfeer rond de eucharistische aanbidding is er een van weldadige stilte en warme intense geborgenheid. De mens wordt gestemd tot passiviteit en ontvankelijkheid. Hij wil als vanzelf zijn activisme afleggen. Hij wil zich koesteren in de zon van Gods liefde. Hoe dikwijls is de zon niet de vorm van de monstrans. Deze vorm roept iets op van het woord van Jezus: “de Vader in de hemel die zijn zon laat opgaan over slechten en goeden, en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Mt 5).

Mensen hebben van zich uit altijd moeite zichzelf los te laten om zich te laten meenemen door de zuigkracht van Gods liefde, maar dikwijls hebben zij, als zij pas aan de eucharistische aanbidding beginnen, een gevoel dat er niets gemakkelijkers is dan dat. Dat gaat weer voorbij, want de mens is nu eenmaal een onverbeterlijke werkmier en de wereld zal ooit eens aan ijver te gronde gaan.

Maar de eerste indruk van het aanbiddend gebed bij het hellig Sacrament bepaalt de uiteindelijke vrucht ervan: de heilige Geest spreekt in ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. Bidden is het werk van God en de kunst van het bidden is dit werk van God aan ons te laten geschieden.

Dood en Verrijzenis

Het mooie van de eucharistische Aanbidding is dat heel de sfeer er een is van een geheim dat zich niet met het verstand laat benaderen, maar alleen met het hart, dat zich laat aanspreken door de symbooltaal van de gestalte van Hostie en monstrans. Deze gestalte spreekt van dood en verrijzenis inéén.

De dood wordt opgeroepen door de doodsgestalte van de Hostie en ook door de kleur wit, lijkbleek, zoals bij een dode waaruit alle levenskracht, alle bloed is weggetrokken. Het is een geconsacreerde Hostie waarover de priester de woorden sprak van de consecratie: “Dit is mijn Lichaam, dat voor u gegeven wordt.” Hier heb je Me helemaal, doe maar met Me wat je met Me voor hebt. Zo rustig, zo sereen, zo helemaal overgegeven als alleen de Zoon aan de Vader zijn kan.

Dat is de verrijzenis. De verrijzenis begint in de dood, in de eindeloze sereniteit, het eindeloze geduld van de Heer in zijn lijden. Daarin is Hij één en al Majesteit. Die majesteitelijke rust van de Hostiegedaante is ook die van het lijdend aanschijn van de lijkwade van Turijn. Daar raken we nooit op uitgekeken. Bij alle kwaad zouden we dat lijdend aanschijn eigenlijk attijd voor de geest moeten hebben. En de blanke gedaante van de Hostie suggereert haast nog meer dan het heilig Aanschijn de sereniteit van Jezus’ Hart bij het meest smartelijke lijden.

De samenvatting van het geloof

Wie van het geloof nog maar weinig weet, wordt bij een bezoek aan het Allerheiligste met één enkele blik diep in het mysterie ingewijd. In één oogwenk ziet hij door de scène van de aanbidding alle geheimen van ons geloof bij elkaar, zonder dat er enige uitleg bij komt.

  • Christus staat in het middelpunt.
  • Christus zelf leeft vanuit een middelpunt buiten Zichzelf: zijn hemelse Vader, in wiens handen Hij zijn Geest legt: want de Hostie is een geconsacreerde Hostie, waarin Jezus Zichzelf tot en met zijn Lichaarn toe consacreert, toewijdt aan zijn hemelse Vader en aan ons.
  • Hij is de Zoon die helemaal alleen leeft van de Vader.
  • Mens-zijn is zoon-zijn, en zoon-zijn is het leven ontvangen van de Vader.
  • Het zwijgen leert, dat het geheim onuitsprekelijk is, dat de betekenis zich niet in woorden laat uitdrukken, maar alleen door eerbied, door geloof Het is een kennis van het hart.
  • De stilzwijgende aanwezigheid van gelovigen bij het Sacrament brengt een grote verbondenheid tussen de gelovigen met elkaar, meer nog dan wanneer zij met elkaar gezongen en geluisterd zouden hebben. Niets verbindt er meer met elkaar dan samen zwijgend naar het hetzelfde kijken.
  • Wanneer wij Jezus in zijn eucharistische gestalte liefdevol beschouwen, ontkomen wij er ook niet aan ons te verbazen over zijn reactie op het Hem aangedane geweld: zachtmoedig en nederig tot het uiterste.
  • Er is in Noord-Amerika zelfs een hele beweging gegrocid van vierentwintig uur aanbidding in parochies als middel tegen het groeiende geweld in de stedelijke milieu’s. Ze zeggen dat de effecten ervan verbluffend zijn.

Gebeden

Gezegend zij God

(te bidden vóór of ná de zegen met het Allerheiligste)

Gezegend zij God,

Gezegend zij zijn heilige Naam,

Gezegend zij Jezus Christus, waarachtig God en waarachtig mens.

Gezegend zij de Naam van Jezus,

Gezegend zij zijn heilig Hart,

Gezegend zij zijn heilig Bloed,

Gezegend zij Jezus Christus in het heilig Sacrament des Altaars,

Gezegend zij de heilige Geest. de Vertrooster,

Gezegend zij de verheven Moeder Gods, de heilige Maagd Maria

Gezegend zij haar heilige en onbevlekte ontvangenis,

Gezegend zij haar glorierijke opneming ten hemel,

Gezegend zij de naam van Maria, Maagd en Moeder,

Gezegend zij de heilige Jozef, haar zuivere Bruidegom,

Gezegend zij God in zijn engelen en in zijn heiligen.

Een woord van de paus

Eén pauze van aanbidding

is méér waard

en geestelijk méér vruchtbaar

dan de meest drukke werkzaamheden,

ook al zijn de apostolisch.

Johannes Paulus II

Eucharistisch Jaar

Op het Hoogfeest van het Allerheiligst Sacrament 2004 kondigde Paus Johannes Paulus II een Jaar van de Eucharistie aan. Hij wilde het nieuwe millennium bij de bron van het geloof laten beginnen en doet dit door ons Christus in de Eucharistie te tonen.

Diverse kerkelijke documenten gaan in op de betekenis van de Eucharistie. Deze zijn verzameld in een speciaal dossier op de site www.rkdocumenten.nl, de website met zeer veel Rooms Katholieke Documenten over tal van onderwerpen.

Eucharistische aanbidding in Nederland

Voor een volledig overzicht van alle locaties ga naar de website van Katholieke Vesting.

 

Back To Top